De betekenis van Kerstmis
Voor de Christenen wordt met Kerstmis de geboorte van Jezus gevierd (het woord 'kerstenen' betekent letterlijk 'Christelijk maken') . Niemand weet zeker wanneer Jezus is geboren en het is pas in de 4e eeuw, door de Romeinse Keizer Constantijn 1 en een aantal bisschoppen bepaald dat dit 25 December is.
De oorsprong van Kerstmis
De Germanen vierden al lang een Midwinter- of Joelfeest, rondom de zonnewende (21 December). Hiermee werd het boze verjaagd en het licht begroet. In de Scandinavische talen heet Kerstmis dan ook Jul.
In de landen rond de Middellandse zee werd de zonnegod -brenger van het licht- vereerd (Ra, Helios, Mithras, Sol Invictus). Deze heidense feesten/feestdagen waren een doorn in het oog van de Kerk en dit is een reden geweest de geboortedag van Jezus juist in deze tijd te plaatsen. Overigens is voor de Kerk is tot de dag van vandaag Pasen een belangrijkere herdenking dan Kerstmis.
Giotto di Bondone - Legende van de Heilige Franciscus van Assisi, Institutie van de Kribbe in Greccio - 1297-1300
Kerststal
In de bijbel wordt verhaald dat er geen plek meer in de herberg was en dat Maria de baby Jezus in een kribbe moest neerleggen. Een kribbe is een voerbak en die is doorgaans in een stal te vinden. In het Midden-Oosten werden grotten ook als onderkomen voor vee gebruikt. Om mensen (die niet konden lezen of schrijven) te bekeren tot het Christendom werd het kerstverhaal al vanaf de 5e eeuw door middel van figuren en een kribbe van hout in de kerken (op het altaar) uitgebeeld.
Maar de kerststal zoals wij die nu kennen is ontstaan in 1223 in Greccio (Italië). Franciscus van Assisi kreeg toestemming van de paus om in de kerstnacht buiten een mis te vieren. Vlak bij het dorp was een grot en Fransiscus, die de Geboortegrot in Bethlehem had bezocht, maakte hier een replica van de stal in Bethlehem van, met een voerbak als kribbe met een echte baby en andere figuranten én een ezel en os. De eerste levende kerststal dus. Door de figuurtjes uit hout of klei na te maken werden deze kerststallen een onderdeel van de kerstvieringen in huis.
Ook rond de kerststal zijn verschillende tradities: zoals het pas op kerstavond plaatsen van de baby in de kribbe en op 6 januari de Drie Koningen.
In kerststallen in onder andere Catalonïe, Andorra en Portugal wordt een Caganer geplaatst; een gehurkt poppetje dat zijn behoefte doet. Dit zou een symbool voor vruchtbaarheid en een goede oogst zijn (mest).
Kerstboom
Bomen en takken hebben altijd al een rol gespeeld en staan bijvoorbeeld symbool voor vruchtbaarheid (spar). Of denk maar aan de lauwerkrans (van laurier) die door de Grieken werd omgehangen bij de winnaars van de Olympische sporten en door de Romeinen als overwinningsteken werd overgenomen.
Tijdens de Midwinter- of Joelfeesten werden door de Germanen de huizen versierd met groenblijvende takken. Een groene tak houdt het kwaad op afstand en symboliseert de hoop op nieuw leven na de koude en donkere wintermaanden.
In de Elzas werd in de Middeleeuwen een kerst-spel opgevoerd, waarbij werd uitgebeeld hoe door Adam en Eva de zonde in de wereld kwam, door middel van een boom versierd met appels.
Een van de eerste verwijzingen naar een kerstboom is uit een reisverslag waarin wordt vermeld dat men in 1605 in Straatsburg met kerst een versierde boom in huis zette. Rond 1660 wordt melding gemaakt van een verlichte kerstboom (buxusboompje).
In 1774 wordt de kerstboom benoemd door Goethe in een van zijn werken.
In Nederland werd de kerstboom geïntroduceerd bij de adel, door Wilhelmina van Pruisen (echtgenote van prins Willem V van Oranje Nassau). Zij was ermee bekend geraakt in Duitsland en wilde dat de paleizen in Nederland ook voorzien werden van een kerstboom.
Zo werd ook de kerstboom aan het Engelse hof geïntroduceerd, in dit geval door Prins Albert van Saksen-Coburg.
Emigranten namen de, inmiddels traditie geworden, kerstboom mee naar Amerika en zo kreeg de kerstboom betekenis over heel de wereld.
Dansen rond een kerstboom - Viggo Johansen - 1891
L’Hiver ou les Saturnales - Antoine François Callet - 1783
Kerstdiner
Van oudsher werd er rond feestdagen als Midwinter- en Joelfeest gegeten en gedronken. De hoop is namelijk dat het volgende jaar net zo rijk aan voedsel zal zijn dan het huidige jaar.
Tijdens Joelfeesten is de maaltijd, naast het herdenken van de Goden, ook bedoeld om de voorouders te herdenken. Het eten en drinken bleef dan ook de hele nacht op tafel staan.
In December werd in het Romeinse rijk ook het feest van Saturnus (de god van de landbouw) gevierd. Dit ging ook gepaard met overvloedig eten en drinken, want hoe kun je anders een god van de landbouw eer bewijzen.
De traditie om met Kerst grote diners of banketten te geven komt uit Engeland. Tijdens de regeerperiode van Elizabeth 1 (1558-1603) werd het gebruikelijk in de hogere klassen (die konden het zich veroorloven) om uitgebreide diners te geven voor familie en vrienden.
In die tijd was suiker (dat van oorsprong als medicijn werd gezien en bij een apotheker gekocht werd) een erg kostbaar product, dus er werden veel zoete dingen voorgeschoteld waaronder een groot stuk marsepein, versierd met suikerfiguren, noten en vruchten. Pas in de Victoriaanse periode (1827-1901) kwam er bij het diner een groot hoofdgerecht (rosbief of gans) en een zoet nagerecht op tafel.
Toen kalkoen eind 19e eeuw betaalbaar werd, kwam deze met kerst vaak op tafel bij het gemiddelde Engelse gezin. Met 1 kalkoen konden veel monden worden gevoed.
Misschien is dit gerecht wel tijdens het kerstdiner op tafel gekomen in Borg Dijksterhuis (Pieterburen) in de 18e - 19e eeuw.
Om krabben te vullen
Neemt krabben, kookense op, en doet het binnenste daar uit, en hakt het met peterceli, sout, muscaat, gereven broot, boter, Spanse wijn, en roert dit met eys doren, onder-malkander en doet het dan in de schelpen, en laatse op die rooster braden, en hout een heete schop daar op, tot dat het geel is.
Gevulde krab uit Kookboek 18e en 19e eeuw borgen Dijksterhuis en Menkema, Groninger Archieven (623-1613)
Thomas Nast, Harper's weekly, 1-1-1881
Kerstman
Tja...voor ons Nederlanders is het wel duidelijk: dat is een 'afstammeling' van Sinterklaas. De Nederlandse en Britse emigranten die naar Amerika gingen vierden eerst ook Sinterklaas én Father Christmas.
Omdat Sinterklaas een heilige van de Katholieke kerk was en Protestanten daar niets meer mee te maken wilden hebben werden de geschenken met Kerstmis, door Father Christmas, uitgedeeld in plaats van 5 December.
Uiteindelijk is dit samengesmolten in Santa Claus. De Kerstman! Sinterklaas wordt afgebeeld als een lange magere man, Santa Claus werd in eerste instantie ook zo afgebeeld. Pas in 1863 tekende Thomas Nast Santa Claus als een dikke man, vrolijke man, die qua uiterlijk meer weg heeft van Father Christmas. Coca Cola heeft dit overgenomen en gebruikte die afbeelding in 1931 in een grote reclamecampagne en maakte Santa Claus wereldberoemd.
Maar de kadootjes komen nog steeds door de schoorsteen (Sinterklaas), de pakjes komen onder de kerstboom (Father Christmas) en de rendieren zijn weer gebaseerd op het paard van de god Odin (die reisde daarmee door de hemel).
Wat voor traditie we in onze eigen familie of gezin ook hebben, het is toch wel bijzonder te bedenken dat de oorsprong ervan heel ver weg in onze geschiedenis te vinden is en is uitgegroeid tot wat we er nu zelf van maken.
Bronnen:
https://tagrijn.wordpress.com/2006/12/14/het_verhaal_van_1/
http://www.stemderbomen.nl/pages/mainpages/kerstboom.htm
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kerstmis
http://nederlandsheidendom.net/HET%20JOELFEEST%20-%20leidraad.pdf
https://isgeschiedenis.nl/nieuws/geschiedenis-van-het-kerstdiner
https://www.suikerinfo.nl/
https://www.italieuitgelicht.nl/de-kerststal-van-franciscus-van-assisi/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Caganer
https://www.groningerarchieven.nl/actueel/blog/345-koken-met-archiefstukken